Laatste nieuws

Interview met Willie Westerhof over het project Wereldmeiden

Een interview met Willie Westerhof, de projectleider van Wereldmeiden. Over de aanpak van het project met alle partijen samen, de inzet van de meisjes en over wat het project tot nu toe heeft opgeleverd. En hoe kan het project verder, nu de coronacrisis uitgebroken is, en nu Vrouwenplatform Carree faillissement heeft moeten aanvragen?
Zwolle, 24 april 2020
door Judith van der Woude

Om mee te beginnen Willie, wat houdt het project Wereldmeiden in?
‘Wereldmeiden is een project in het kader van de maatschappelijke diensttijd (MDT), waarin jongeren iets voor de samenleving terug kunnen doen, met een maatschappelijk doel. Meiden in de leeftijd van 14-28 jaar, we noemen ze MDT-ers, gaan samen sporten met meiden met een verblijfsstatus die nieuw zijn in een gemeente en nog in hun inburgering zitten.
De MDT-ers begeleiden de nieuwkomers 10 weken lang in een sportcarrousel, waarin ze elke week als groep een andere sport beoefenen. Daarna kiezen de nieuwkomers de tak van sport die ze het leukst vonden, en die ze nog 10 weken lang bij de vereniging blijven doen, in een soort van tijdelijk abonnement. Vaak samen met één van de begeleidende MDT-meisjes.’

Wat is precies de rol van de MDT-ers in dit project?
‘De MDT-ers begeleiden de deelnemers bij alles wat ze tegenkomen dat nieuw of lastig voor ze is. Van tevoren bedenk je wat ingewikkeld voor ze zou kunnen zijn, maar in de praktijk blijkt het dan soms om hele andere dingen te gaan. Op de locatie komen bijvoorbeeld. De uitleg van een MDT-er in de appgroep ‘pak vanuit jouw locatie bus zoveel, en stap bij die halte uit’, daar kan een meisje soms helemaal niets mee, omdat ze nog nooit met de bus ergens naartoe is geweest. Dus dan moet er de eerste keer even iemand met haar meereizen. Op tijd aanwezig zijn was in het begin ook even wennen. In verschillende culturen gaan mensen hier verschillend mee om, niet overal is het gebruikelijk of zelfs netjes om precies op het genoemde tijdstip aanwezig te zijn. Dus kwam er in het begin wel eens een meisje 10 minuten te laat. Dat moet je kunnen begrijpen om er oplossingen voor te kunnen verzinnen. De MDT-ers en de sportverenigingen ontdekten gaandeweg hoe ze de deelnemers het beste konden begeleiden bij alles wat er bij het wekelijks samen sporten kwam kijken.’

En hoe zat het met de taal, was dat een barrière?
‘Ja, dat is wel bijzonder, daar vinden ze toch hun weg in. Bij het sporten heb je heel weinig taal nodig, dat is eigenlijk ideaal, geven de meiden aan. Als ze aan het sporten zijn dan lachen ze heel veel, en is het ijs snel gebroken. Maar in het 1-op-1 begeleiden of het samen reizen voelt het wel heel raar als je al snel bent uitgepraat vanwege de verschillen in taal. Het valt dan soms stil, vertellen de meiden, maar daar raken ze aan gewend, ze vinden dat na een tijdje minder ongemakkelijk.’

Wat vind jij belangrijke verdiensten van het project?
‘De MDT-ers leren de deelnemers een hele hoop, maar het is echt wederzijds. Ze leren zoveel van deze meisjes met een andere culturele achtergrond, met andere gewoonten. Ze krijgen zicht op hoe het is voor nieuwkomers om in te burgeren vanuit een hele andere cultuur. En ze leren sociaal gezien ook heel veel. Ze moeten hun rol pakken als MDT-er, de drempel overgaan om de deelnemers te begeleiden. En als ze dat doen, dan zien ze dat het ook heel leuk is. Zo ontwikkelen ze hun sociale vaardigheid.’

En hoe zit dat voor de deelnemers?
‘Het sporten levert in elk geval welkome ontspanning, het is een extra mogelijkheid om iets leuks te doen, en dan samen met Nederlandse meisjes. Dat is vaak de eerste keer voor ze. In de internationale schakelklas zijn ze meestal alleen in contact met andere nieuwkomers. De contacten in dit project zijn dan vaak de eerste échte contacten die ze hebben met Nederlandse meiden.
Wat ze ook altijd noemen is de taal: ‘ik hoop dat ik de taal beter leer’. Ze willen er ook wel achter komen waar hun talenten liggen, vooral op sportgebied, welke sport bij hen zou passen. En aan hun gezondheid en fitheid werken.’

Welk idee zit er achter het project?
‘Het idee achter de Maatschappelijke Diensttijd is dat jongeren iets terugdoen voor de samenleving. In het project Wereldmeiden is dat vertaald naar: MDT-ers doen iets voor andere, kwetsbare jongeren. Ze minder kwetsbaar maken, weerbaarder maken, door samen te sporten en ze meer te laten zien van de Nederlandse samenleving, zodat ze die beter leren kennen. Door dit project vergroot de wereld van de inburgerende meisjes zich, en worden ze actiever buiten de wereld waarin ze zich tot nu toe hebben bewogen. Dat helpt bij hun integratie, die verloopt daardoor soepeler en sneller. Je kunt dus wel zeggen dat beide groepen maatschappelijk actiever worden door het project, niet alleen de MDT-ers. Dat zie ik als dubbel winst van het project.’

Wat zijn de ervaringen van de sportbedrijven?
‘We werken in het project samen met de uitvoeringsorganisaties van de gemeenten, de lokale sportservice instellingen of sportbedrijven. Zij hadden nog geen specifiek aanbod voor deze doelgroep, terwijl ze binnen de gemeente vaak de opdracht hebben om kwetsbare doelgroepen te betrekken door middel van sport en bewegen.
De grootste opbrengst voor de sportbedrijven is denk ik dat zij nieuwe netwerken zijn gestart. Ze zijn gaan samenwerken met ISK-scholen, met andere onderwijsinstellingen, welzijnswerk, vluchtelingenwerk, vrijwilligerscentrales. Er zijn samenwerkingsverbanden gecreëerd, ze weten elkaar nu te vinden, ook buiten het project Wereldmeiden om. Dat zie ik echt als een meerwaarde van het project. En de projecten in de 6 gemeenten hebben weer onderling contact. Ze halen ideeën en inspiratie bij elkaar op, die ze dan weer in hun eigen situatie kunnen inzetten.’

Wat zijn voor jou bijzondere momenten in het project?
‘Het raakt me als een meisje bij haar aanmelding zegt ‘Ik heb nog nooit met een Nederlands meisje gepraat, ik kijk er zo naar uit om Nederlandse meisjes te leren kennen’. Dat vind ik bijna ongelofelijk, dat ze vaak wel op dezelfde school zitten, maar elkaar niet echt ontmoeten.
Van de MDT-ers ben ik soms wel onder de indruk van meisjes van een jaar of 16, soms nog maar 14, die zeggen dat ze heel graag iets voor een ander meisje willen doen in hun vrije tijd. Dan denk ik: wat mooi, en wat bijzonder dat meisjes van die leeftijd al iets voor de samenleving of voor hun leeftijdsgenoten willen betekenen.
Een heel bijzonder iemand die op mijn pad kwam vind ik Jan Majoor, docent profiel Buurt, Onderwijs en Sport bij Landstede in Zwolle. Hij omarmde samen met zijn studenten het project. Het project blijkt een schot in de roos voor studenten die de opleiding volgen tot buurtsportcoach of combinatiefunctionaris, omdat het een project is met een maatschappelijk doel, en dan ook nog op het gebied van sport en bewegen. Dus zijn studenten gingen als MDT-ers aan de slag in het project.
Overal waar we met het project Wereldmeiden komen merk ik zoveel sympathie voor het project. De meeste onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties werken actief mee om het project te laten slagen. Ook bij de sportaanbieders worden de meisjes met open armen ontvangen.’

Hoe begon voor jou je betrokkenheid bij dit project?
‘Een oud-collega stuurde me iets door dat ze op Twitter had gezien, de vacature voor projectleider Wereldmeiden. Ik was niet echt op zoek naar een baan, maar deze was helemaal op mijn lijf geschreven, dus besloot ik toch te solliciteren. Ik heb altijd in de sport gewerkt, en dan altijd met kwetsbare groepen, emancipatorische projecten. Sport om het sporten is leuk, maar in mijn werk zoek ik altijd de combinatie op van sport en maatschappelijke doelen. Ik heb gewerkt voor projecten met vrouwen, vluchtelingen, migranten. In dit project kwam dat weer allemaal bij elkaar.’

Welke organisaties zijn er bij het project Wereldmeiden betrokken?
‘We hebben in elke gemeente een werkgroep ingericht, die ook couleur locale aan het project kon geven. In elke werkgroep zaten mensen van onderwijsinstellingen, vrijwilligerscentrales, vluchtelingenwerk, welzijnswerk en natuurlijk sportbedrijven als de trekkers van de werkgroep. De werkgroepen kregen (mede)verantwoordelijkheid voor hoe het lokaal ging, natuurlijk binnen de kaders van het project Wereldmeiden. Dat betekende dat het project in de ene gemeente iets anders verliep dan in de andere. Dat heb ik ook aangemoedigd: kopieer het niet letterlijk van elkaar, maar kijk wat werkt in jouw gemeente. Daar kunnen we van leren en als het later weer allemaal bij elkaar komt dan weten we wat werkt en niet werkt.’

Het project loopt nu alleen in Overijssel. Wordt het ook uitgebreid naar andere regio’s?
‘Dat lijkt me wel heel logisch. Ik ga ook een vervolgsubsidie aanvragen bij ZonMw voor landelijke opschaling van het project. In Overijssel hebben we nu veel ervaring opgedaan, het was echt een proeftuin, waarin de gemeenten ook hun vrijheid konden nemen om hun eigen draai aan het project te geven.
De elementen van het project die we van tevoren hadden uitgedacht zijn werkenderwijs door de sportbedrijven ingezet en tussentijds en na afloop hebben we goed geëvalueerd. Met de sportbedrijven én met de MDT-ers en deelnemers. We weten dus ook wat wel en wat niet werkt. De projecten in de verschillende gemeenten zijn niet allemaal tegelijk begonnen. Bij de tweede ronde hadden we al veel geleerd en hebben we behouden wat goed ging, en losgelaten wat niet werkte.’

Noem eens een voorbeeld van iets dat niet goed liep?
‘Sportbedrijven zijn van nature doeners, ze wilden graag meteen aan de slag. In mijn plannen stond dat de MDT-ers voor de start enkele voorbereidende workshops zouden krijgen, bijvoorbeeld op het gebied van cultuursensitief werken. Maar dat kwam niet overal goed van de grond. In de evaluatie kwamen we samen toch tot de conclusie dat de MDT-meiden wel wat voorbereiding nodig hadden om hun rol goed op te pakken. Nadat de eerste paar gemeenten hun project hadden gedraaid kon ik met intervisie beginnen: wat gaat er nou goed en wat kan beter?
Bij de tweede cyclus halen we nu voor de startbijeenkomst de MDT-ers bij elkaar en scholen ze op drie onderwerpen: het project zelf, dus wat houdt het project Wereldmeiden in, en op het gebied van coachen en cultuursensitief werken.’

En heb je nog andere dingen veranderd in de aanpak?
‘In de eerste paar gemeenten kregen de deelnemers een vragenlijst die we ze vroegen in te vullen, maar vanwege de taal was dit vaak moeilijk. Nu, in de tweede cyclus, koppelen we bij de startbijeenkomst meteen een MDT-er aan elke deelnemer en vullen ze samen de vragenlijst voor de nulmeting in. Dan is ook gelijk het ijs gebroken tussen die twee. Het voordeel voor mij is dat ik veel meer data krijg, dus de monitoring en evaluatie van het project veel beter kan uitvoeren. En ik doe nu ook standaard na 3 tot 5 weken sportcarrousel een intervisie-sessie met de MDT-ers. Dat geeft me veel zicht op hoe het loopt, en de MDT-ers kunnen met de coaching die ze van mij krijgen weer verder.
Ik beschrijf nu al deze elementen en interventies van het project ten behoeve van de aanvraag voor de landelijke opschaling.’

Wat hoop je dat het project teweegbrengt?
‘Ik hoop natuurlijk dat de meisjes zich na het project vrijer in de maatschappij kunnen bewegen en hun netwerk hebben uitgebreid. En dat ze de weg een beetje weten, dat ze weten naar wie ze toe kunnen met welke vragen. De meiden vullen na afloop een eindmeting in, een vragenlijst. Het project wordt geëvalueerd door twee externe organisaties: ZonMw (de subsidieverlener) en Kennispraktijk, deze laatste in opdracht van Vrouwenplatform Carree. De eindrapportages komen na afloop van de tweede ronde beschikbaar. Al met al hoop ik dat het project de meisjes een stap verder helpt naar een zelfstandig leven in Nederland.’

Hoe gaat het nu verder?
‘Het faillissement van Vrouwenplatform Carree, mijn werkgever voor dit project, betekent dat we noodgedwongen moeten stoppen met de uitvoering van het project Wereldmeiden. Ik doe mijn best om financiën te verwerven om het project voort te zetten. Het is een geluk bij een ongeluk dat het project nu vanwege corona helemaal stil is komen te liggen. Dat geeft mij de ruimte om subsidie te zoeken om na de zomer de huidige projecten voort te zetten en af te ronden. Ik zet alles op alles om dat voor elkaar te krijgen en in november landelijk op te schalen. Het is mijn grote wens om het voor nog meer (kwetsbare) meiden en hun leeftijdsgenoten in Overijssel mogelijk te maken om deel te nemen aan Wereldmeiden. En daarna de volgende stap te zetten: landelijke opschaling.’
(Redactie: Ondertussen wordt het project voortgezet door Huis voor Beweging)

Over het project Wereldmeiden
Wereldmeiden is een project waarin een groep meiden al sportend hun netwerken voor elkaar ontsluiten en van elkaars leven en achtergrond leren. Maatschappelijke diensttijders sporten een half jaar lang 1 keer per week samen met meiden met een vluchtelingachtergrond.
Voor de meisjes die nog niet zo lang in Nederland wonen en bezig zijn met inburgeren helpt samen sporten bij het leren kennen van andere meiden, en bij het beter leren kennen van de Nederlandse samenleving.
De meisjes die als maatschappelijke diensttijder deelnemen aan het project leren hoe je via maatschappelijke projecten en activiteiten kunt bijdragen aan de samenleving. En door zich in te zetten voor anderen leren deze meiden hun eigen talenten ontdekken en ontwikkelen.

 

X
X